oud en nieuw: reuzelbollen

Bron: van mosselsoep en kaneelpap door Jo van Lamoen. Reuzelbollen werden in Zeeland genuttigd ter vervanging van een broodmaaltijd op nieuwjaarsdag of op verjaardagen. Op oudejaarsavond werden kleine reuzelbollen gegeten, de voorlopers van de latere oliebollen. Reuzel werd met name in arbeiderskringen gebruikt in plaats van boter. Reuzel werd ook veel gegeten als smeersel op brood, soms vermengd met stroop (stroopvet).

Bereidingswijze

Zeef de bloem boven een kom en voeg wat zout toe. Verwarm de melk lauwwarm en los de gist op in wat lauwe melk. Maak een kuiltje in de bloem en giet daar de gistoplossing in. Doe de eieren erbij en maak met een houten lepel vanuit het midden, scheutje voor scheutje, de rest van de lauwe melk bijschenkend, een mooi glad beslag. Was de rozijnen en de krenten, laat ze in een vergiet goed uitlekken en schep ze door het beslag. Laat het beslag, afgedekt met een vochtige doek, 1 uur op een warm plekje rijzen. Doe de reuzel in een pan en verwarm het dampend heet (175 ?C). Neem een flinke soeplepel, houd deze even in de hete reuzel en laat vervolgens, voor zover er plaats is, schep voor schep het beslag in de hete reuzel glijden. Bak de reuzelbollen gaar en goudbruin. Duw de bollen dan met een vork naar onderen in het vet, keer ze om en laat ze nog even nabakken. Neem de gare bollen ten slotte met een schuimspaan uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken en afkoelen. De reuzelbollen worden voor het opdienen in plakken gesneden en koud gegeten met witte of bruine basterdsuiker. Bij het bakken van reuzelbollen is een juiste temperatuur van de reuzel van groot belang. Is het vet niet heet genoeg dan trekt er te veel reuzel in de bollen en krijgen ze een harde korst. Is de reuzel te heet, dan worden de reuzelbollen te snel bruin en zijn ze van binnen niet gaar.