Gebakken lamsniertjes met lente-uitjes en mosterdzaad

Een lente vol lamsvlees, wat wil je nog meer ?
Proef de zachte smaakgenoegens van dit gemakkelijke recept.

Voorbereiding

Maak de lente-uitjes schoon en snijd ze in schuine reepjes van 3 cm. Stoof ze even in een pan in licht gekleurde boter en breng ze op smaak met vers gemalen peper, een snuifje zout, mosterdzaadjes en enkele tijmblaadjes. Houd ze warm en nog knapperig. Pluk de kervel, laat er nog wat steeltjes aan en fris op in veel water. Verwijder de steeltjes van de peterselie en de dragon en pluk de blaadjes kleiner. Fris ze met de kervel op. Snijd de appel in vieren en verwijder het klokhuis. Snijd elk kwartje nog eens in 4 dunne schijfjes. Bak de partjes appel kort in boter en besprenkel ze met citroensap. Neem ze uit de pan, dep er de boter af en houd ze warm.

Bereidingswijze

Verwijder de vliezen rond de niertjes en snijd ze horizontaal middendoor. Maak met een scherp mes inkepingen in het vet en de vliesjes binnenin de niertjes. Kruid ze enkel met peper. Bak de lamsniertjes aan beide kanten in bruisende boter. Houd ze nog ?rose?. Neem ze uit de pan en houd ze warm. Verwijder de bakboter en blus de pan met droge sherry. Voeg de room toe en kook in tot een lichte binding. Kruid af.

Serveertip

Schik 4 appelpartjes op een bord en leg er de lente-uitjes tussen. Leg de lamsniertjes middenin, kruid ze met zout en lepel er de saus half op, half naast. Lek de groene kruiden uit op keukenpapier en strooi ze royaal op de lamsniertjes.