750 gram rundvlees (schouderstuk of schenkel)
verse spekzwoerdjes om de pan mee te bekleden (circa 125 g)
200 g mager rookspek zonder zwoerd
2 bosjes peterselie
4 tenen knoflook
6 sjalotten
zout en versgemalen zwarte peper
1 ui, 3 kruidnagels, 1 takje tijm, 1 laurierblad
1 mespunt quatre epices (mengsel van 3 delen zwarte peper en van elk een deel gemalen kruidnagel, nootmuskaat en gember)
3,5 tot 4 dl krachtige rode wijn (Cahors of Rhone wijn)
Gesmoord rundvlees in rode wijn uit de Perigord
Spoel het vlees af onder koud, stromend water, dep het droog en snijd het in blokjes. Blancheer het spekzwoerd in kokend water.
Snijd het rookspek in dobbelsteentjes. Was de peterselie, dep haar droog en hak haar fijn. Pel de knoflook en sjalotten en snijd ze klein. Vermeng al deze ingredienten in een kom.
Bekleed een gietijzeren braadpan, liefst een dufeu met verzonken deksel, met het spekzwoerd. Leg de helft van het rundvlees erop. Bestrooi het met zout en peper. Verdeel de helft van het gekruide spekmengsel erover.
Schep de rest van het rundvlees in de pan en bestrooi het met zout en peper. Verdeel de rest van het spekmengsel erover. Pel de ui, steek de kruinagels erin en doe hem in de pan. Voeg de overige kruiderij toe. Giet tenslotte de rode wijn erbij.
Sluit de pan goed af; leg eventueel een vel aluminiumfolie tussen de rand van de pan en het deksel tegen het verdampen. Zet de pan op een zo laag mogelijk vuur en laat het vlees in circa 5 uur zachtjes gaar smoren. Til het deksel tussentijds niet op.
Lekker met stokbrood, frites en appelmoes.